Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
schun. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
schun, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
schun in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
schun is hier. De definitie van het woord
schun zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
schun, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de schun m
- (verouderd) haveloos geklede persoon, landloper
- ▸ De ander was een havelooze schun
Die vent met peperkoek, en die door dik en dun
Zweert, afzweert en getuigt, voor wie hem maar betaalt,
Men had hem aangekleed en zóó van straat gehaald.[3]
- (verouderd) (spottend) gemene vent, boef
- ▸ Die van Arie voor de volle klas gezegd had, dat hij behoorde tot dat soort van jongens, van wie men al blij mocht wezen, wanneer men er later niets meer van hoorde.... De schun![4]