smak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord smak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord smak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je smak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord smak is hier. De definitie van het woord smak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansmak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smak
Woordherkomst en -opbouw
  1. In de betekenis van ‘scheepstype’ voor het eerst aangetroffen in 1527
  2. idem
  3. idem
enkelvoud meervoud
naamwoord smak smakken
verkleinwoord smakje smakjes

Zelfstandig naamwoord

de smak

  1. v/m (scheepvaart) verouderd een vaartuig zonder onderra dat zich met de kustvaart en visvangst bezig hield.
    • In het ruim van een smak kon van alles en nog wat gegooid worden. 
  2. m een val eindigend in een luide plof.
    • Hij maakte een lelijke smak en brak zijn rechterbeen. 
  3. ploppend, met de mond voortgebracht geluid
  4. (informeel) klapzoen
  5. m sumak (heester of stof daarvan)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
smakken

smak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smakken
    • Ik smak. 
  2. gebiedende wijs van smakken
    • Smak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smakken
    • Smak je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be