snert

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord snert. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord snert, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je snert in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord snert is hier. De definitie van het woord snert zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansnert, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • snert
  • wellicht afgeleid van  snorren ww  in een oude betekenis van "pruttelen in eenpan", in de betekenis van ‘erwtensoep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1768 [1][2][3]
  • , ontstaan uit de eerste betekenis, omdat erwtensoep als voedsel laag werd gewaardeerd, getuige bijvoorbeeld een klacht uit 1797 over het eten bij de marine "vandaag stokvis met snert en morgen snert met stokvis"[4]
enkelvoud meervoud
naamwoord snert -
verkleinwoord - -

de snertv / m

  1. (voeding) lobbige soep vervaardigd van erwten
    • Na een paar uur op het ijs ging een kop snert met rookworst er wel in. 
  2. (pejoratief) waardeloos spul, iets onaantrekkelijks
  3. versterkend voorvoegsel heel erg, vreselijk (in samenstellingen waarin het tweede deel al een negatieve strekking heeft)
  • Het meer figuurlijk gebruik als "waardeloos spul" of versterking is vooral gangbaar als eerste deel van samengestelde zelfstandige naamwoorden met ongeveer dezelfde betekenis als rot-. Bij sommige samenstellingen lopen de betekenissen in elkaar over of zijn meerdere betekenissen mogelijk, afhankelijk van de context.
99 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[5]


enkelvoud meervoud
naamwoord snert -

snert

  1. onzin, bragel, troep