snijkoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord snijkoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord snijkoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je snijkoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord snijkoek is hier. De definitie van het woord snijkoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansnijkoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
snijkoek
  • snij·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord snijkoek snijkoeken
verkleinwoord snijkoekje snijkoekjes

de snijkoekm

  1. zachte, bruingekleurde, kleffe koek die men direkt voor het gebruik in plakjes snijdt
    • Wat je ervan onthoudt is dat je nooit koekjes of baksels met een verschillende aw-waarde samen in één trommel moet stoppen. Altijd wordt dan de één slapper en de ander droger. De hoogste aw-waarden vinden we, afgezien van de snijkoek, bij brood en roggebrood (0,95). Heel lage waarden (minder dan 0,40) hebben beschuit, crackers, chips en cornflakes. Er zijn lijsten van aangelegd. [2] 
    • Nederlanders zijn met 18 kilo per jaar nog altijd Europees kampioen koekjes (biscuit, banket en snijkoek) eten, maar de tijd van grote groei is voorbij. [3] 
    • Dag in dag uit, jaar in jaar uit met de hand of aan de lopende band beschuiten in bussen, koekjes in blikken en snijkoeken in wikkels doen, of kersen ontpitten voor kersenbonbons, of Café Noir glazuren - wat moeten de duizenden meisjes en vrouwen van Verkade in de loop van honderd jaar onder de eentonigheid van hun werk hebben geleden! [4] 
    • Ontbijtkoek bevat namelijk bijna geen vet, wel veel voedingsvezels (het is niet voor niets een probaat hulpmiddel bij moeilijke stoelgang) en het is dus een “verantwoord tussendoortje.” Je zou denken dat die wetenschap de ontbijtkoekomzet met sprongen doet uitstijgen boven de omzet van caloriebommen als gevulde koeken en hotelcake, maar nee. Nederlanders eten per jaar 33 miljoen kilo snijkoek (2,2 kilo per man per jaar) en ze betalen daarvoor in de winkel 160 miljoen gulden; een schijntje vergeleken bij de 2.6 miljard gulden die in totaal aan biskwie, banket en snijkoek worden besteed. [5] 
89 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Karel Knip 25 november 2016 Speculaas knapperig? Eet eens een kletskop
  3. NRC Janet van Dijk 29 januari 1997 De koekjeswereld wankelt
  4. NRC Wim Wennekes 19 februari 1997 Werken bij Verkade; Het was oergezellig
  5. NRC Edith Schoots 25 april 1997 Alle traditionele koekmerken in één hand
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be