Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
snobistisch. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
snobistisch, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
snobistisch in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
snobistisch is hier. De definitie van het woord
snobistisch zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
snobistisch, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
snobistisch
- als horend bij een snob, als horend bij iemand die zich op een aanstellerige manier deftiger en kunstzinniger voordoet dan hij eigenlijk is
- Hij verhaalt van een koffietafel die hij voor het joodse paar 'K' heeft georganiseerd. Haar vindt hij snobistisch en kritiekloos, ze verkondigt te allen tijde het overheersende standpunt, voor hem heeft hij respect. [2]
- Dat was nu echt haar snobistische achtergrond: mensen beoordelen op hun naam. Ze had eerder ongerust moeten zijn als ze Gyllentofs of iets anders chics hadden geheten. Dan waren ze vast slap en slecht geweest. Het gaat vast wel goed, dacht ze, en ze zette de bange vermoedens van zich af. [3]
- ‘Veel sterkte bij het verlies van de liefde van je leven’, schreef de dierenarts. Vier maanden na Nube’s dood weet ik dat mijn keuze voor crematie nog zo gek niet was. Uitzonderlijk of snobistisch evenmin. Op dit moment telt Vlaanderen dertien erkende huisdierencrematoria en alle hebben ze genoeg omhanden. ‘Waardig’ afscheid nemen van gezelschapsdieren is in opmars. Alleen al in Somnia in het bijna-kuststadje Oudenburg worden gemiddeld zestig dieren per week gecremeerd. [4]
- Niemand kan zo sexy een omelet verorberen als Helen Mirren. In haar vertolking van de snobistische eigenaresse van een toprestaurant in Zuid-Frankrijk moet Mirren diverse keren allerlei gerechten keuren. Zij doet dat met een gratie die de kijker doet watertanden. [5]
- verwaand, bekakt, ijdel, ingebeeld, geaffecteerd, kakkineus, verwaten, pretentieus, ijdel, dikdoend, hautain
90 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[6]
|