snoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord snoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord snoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je snoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord snoek is hier. De definitie van het woord snoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansnoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • snoek
enkelvoud meervoud
naamwoord snoek snoeken
verkleinwoord snoekje snoekjes

de snoekm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort roofvis die in zoete wateren voorkomt, Esox lucius op Wikispecies
  2. een figuur uit de acrobatiek, nl. de positie van de bovenpersoon wanneer deze horizontaal op de handen van een staande of voeten van een liggende onderpersoon ligt. (bv. de hoge of de lage snoek)
vervoeging van
snoeken

snoek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snoeken
    • Ik snoek. 
  2. gebiedende wijs van snoeken
    • Snoek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snoeken
    • Snoek je? 
100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]