soepel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord soepel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord soepel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je soepel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord soepel is hier. De definitie van het woord soepel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansoepel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • soe·pel
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buigzaam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1899 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen soepel soepeler soepelst
verbogen soepele soepelere soepelste
partitief soepels soepelers -

soepel

  1. gemakkelijk buigend en zich aanpassend
    • Het leer was door invetten weer soepel geworden. 
     Ik moest leren me meer aan te passen en soepeler te worden, wat nog best wennen was voor mij.[2]
  2. (figuurlijk) weinig problemen ondervindend
    • De zaak werd op een soepele manier afgehandeld. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]