spuit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord spuit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord spuit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je spuit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord spuit is hier. De definitie van het woord spuit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanspuit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • spuit
enkelvoud meervoud
naamwoord spuit spuiten
verkleinwoord spuitje spuitjes

de spuitv / m

  1. nauwe buis bedoeld om onder druk een vloeistof eruit naar buiten te laten schieten.
    • Uit die spuit kwam alleen maar modder. 
  2. voornamelijk verkleinwoord: een injectie.
    • Ze hebben de hond een spuitje gegeven. 
  3. injectiespuit
vervoeging van
spuiten

spuit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van spuiten
  2. gebiedende wijs van spuiten
vervoeging van
spuien

spuit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spuien
    • Jij spuit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spuien
    • Hij spuit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spuien
    • Spuit! 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be