stiekem

• Geluid:  stiekem    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstikəm / (2 lettergrepen)

• stie·kem

• via Jiddisch שתיקה (sjtieke) "stil", van Hebreeuws שתיקה (sjtika) "stilte, stilzwijgen", de toegevoegde -m is waarschijnlijk afkomstig van geheim; in de betekenis van ‘heimelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1875 ^{[1] [2] [3]}

stiekem

1. (Jiddisch-Hebreeuws) in een vorm of op een manier die geen aandacht trekt

   ▸ Na een ijzersterk optreden bij het NK sprint - waar hij goud pakte met vier uitstekende tijden - begon de drievoudig olympisch kampioen zelfs stiekem aan de wereldtitel te denken.^[4]

2. bewust verborgen, opzettelijk in het geheim

   ▸ Hij vertelde dat vorig jaar een vrouw stiekem een uur op zijn telefoon naar Europa had gebeld waardoor hij een maand later een rekening van meer dan 150 dollar dollar had gekregen. Dat wilde hij niet nog een keer meemaken.^[5]

3. (pejoratief) in het geniep om iemand te kunnen benadelen

   • Ze hadden stiekem een punaise op zijn stoel gelegd. 

   ▸ Een man heeft in Zwolle geprobeerd om een kerstboom stiekem mee te nemen in zijn fietstas.^[6]

• rustig, stil
• heimelijk, onderhands
• achterbaks, geniepig

• zich stiekem houden
• stiekem doen

• stiekemerd, stiekemheid

• Het woord stiekem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stiekem" herkend door: