stoethaspel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stoethaspel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stoethaspel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stoethaspel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stoethaspel is hier. De definitie van het woord stoethaspel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstoethaspel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • stoet·has·pel
  • In de betekenis van ‘onhandig mens’ voor het eerst aangetroffen in 1786 [1]
  • vanaf 18de eeuw [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stoethaspel stoethaspels
verkleinwoord

de stoethaspelm [3]

  1. (scheldwoord) een onhandig en/of lomp persoon die veel brokken maakt
    • Federer speelde gretig, bliksemsnel, geïnspireerd en vooral zéér effectief. Met 8 aces, 40 winners, 20 op 23 gewonnen punten aan het net en geen enkele weggegeven breakkans reduceerde hij Berdych, toch niet de eerste de beste, tot een stoethaspel.[4] 
    • "Als de stoethaspelende Karen Richards was Krijgsman dé verrassing van de DeLaMar-muziektheaterproductie In de ban van Broadway", aldus de jury.[5] 
    • Wij kunnen een veel leukere woordverkiezing organiseren dan Van Dale en het Genootschap Onze Taal, dacht de Donald Duck. En dus riep het weekblad lezers op te stemmen op het leukste Donald Duck-woord in hun grote Duck-tee-nummer in december. En de winnaar is maandag bekendgemaakt: ‘Verweggistan’. Het haalde het voor ‘schorriemorrie’ en ‘stoethaspel’, met 35 procent van de 5500 stemmen.[6] 
83 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[7]