Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stormig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stormig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stormig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stormig is hier. De definitie van het woord
stormig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stormig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
stormig
- zoals bij zeer harde wind, lijkend op weer met harde windstoten
- Als zij moê van het zwijgen waren, wisselden zij, dof van stem, enkele woorden.
- Het waait...
- Hard.
- Het is de Africus...
- Wind van onze landen.
- Zwoel maar stormig. [2]
- (van plaats of periode) gekenmerkt door veel harde wind
- Grauw is uw hemel en stormig uw strand,
naakt zijn uw duinen en effen uw velden,
u schiep natuur met een stiefmoeders hand,
toch heb ik innig u lief, o mijn land! [3]
- (figuurlijk) met uitbundige, wanordelijke gedrevenheid
- Ze keek neer op het bed waar zij deze nacht haar eerste tijd met Peter Knarren had herleefd, het stilde haar stormig hart niet, doch juist zoals zij gedaan had de late kermisavond toen Drees van Helden ophield ploegbaas te zijn en hij zijn scepter overgaf aan Sep van André, Sep de nieuwe Meister, toegejuicht, in de drank gezet als een held die de brikkebakkers naar een nieuwe toekomst zou voeren, gaf zij zich over aan het onbestemde van een nieuwe roes. [4]
71 % |
van de Nederlanders;
|
76 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- Afleiding van het Oudengelse woord storm zn met het achtervoegsel -ig
stormig
- (meteorologie) stormachtig