stro

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stro. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stro, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stro in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stro is hier. De definitie van het woord stro zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstro, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • stro
enkelvoud meervoud
naamwoord stro -
verkleinwoord strootje strootjes

het stroo

  1. (plantkunde) (landbouw) droge bloeistengels van graangewassen
     Iedere avond sloop hij stilletjes naar de stal, rolde zich in een paardedeken en sliep lekker in het stro.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]


stro o

  1. stro
  • Ook strou en strouw ontstaan uit de buigingsvormen.