taggen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord taggen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord taggen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je taggen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord taggen is hier. De definitie van het woord taggen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantaggen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • tag·gen
  • Van het Engelse werkwoord tag in bet. 2

taggen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
taggen
tagde
getagd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk voorzien van een trefwoord, etiket e,.d.; (bij uitbreiding) indelen bij een bepaalde groep
    • Katja Schuurman drinkt nog even wat kracht in voor de feestdagen, maar haar fans letten op iets héél anders. ‘Zie jij wat ik zie?', taggen vrienden elkaar. [1] 
    • Handig? Misschien wel, als je te lui bent om je hele voetbalteam te taggen. Maar Facebook weet hierdoor wel met wie jij veel omgaat en wie misschien een vage ‘Facebook-vriend’ is. Luc schetst een voorbeeld van hoe Facebook hier uiteindelijk veel meer mee kan (en al doet) dan je misschien denkt terwijl je weer eens een foto van een feestje online gooit. [2] 
    • Nederlandse volgers reageren echter een stuk minder enthousiast. 'Pff in dat jurkje... doe gewoon gezellig, trek je pyjama aan en chocomel' en 'Weinig gezellig aan'. Anderen reageren sarcastisch door naasten te taggen bij de foto. 'Zal ik dit jaar weer in een inie-minie jurkje op 20 cm hoge hakken op een laddertje gaan staan om de kerstboom op te tuigen?' [3] 
87 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]