Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tag is hier. De definitie van het woord
tag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de tag m
- graffitisymbool karakteristiek voor een persoon
- (informatica) een (relevant) sleutelwoord geassocieerd met, toegewezen aan of opgenomen in een digitaal bestand (zoals afbeeldingen, video, audio, tekst)
- (informatica) label voor een opmaakcode om geschreven tekst op een bepaalde manier weer te geven, vooral gebruikt in HyperText Markup Language (HTML)
tag
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van taggen
- gebiedende wijs van taggen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van taggen
79 % |
van de Nederlanders;
|
80 % |
van de Vlamingen.[2]
|
tag m
- wurging
- twist, ruzie
- Afgeleid van het Middelhoogduitse tac / tag
tag
- (eenheid) dag
tag
- enkelvoud gebiedende wijs van tagen
tag
- etiket, label
- (spel) tikkertje
- cliché, gemeenplaats, iets afgezaagds
- flard
- aanhangsel
- (kunst) epiloog, slotwoord
- (informatica) tag
- (informatica) tag , label van HTML-opmaakcode
- (kleding) malie
- (medisch) huidplooi
- (anatomie) klishaar
- (evenhoevigen) schaap jonger dan een jaar
- (transport) (AE) nummerplaat
- (transport) (AE) parkeerbon
- (scheikunde) peptidetag
- (informeel) naam
tag
- onovergankelijk, overgankelijk op de voet volgen, op nauwe afstand volgen
- overgankelijk etiketteren, labelen, taggen
- overgankelijk op rijm zetten
- overgankelijk vastknopen
- overgankelijk, (spel) aantikken
- overgankelijk, (Amerikaans Engels) iemand een bekeuring geven of arresteren; beschuldigen
- overgankelijk ontklitten
- ↑ tag, Online Etymology Dictionary
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *dagaz
tag
- (eenheid) dag
- Afgeleid van het Oudhoogduitse tag / tac
tag
- (eenheid) dag
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *dagaz
tag
- (eenheid) dag