Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
game. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
game, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
game in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
game is hier. De definitie van het woord
game zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
game, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- van Engels game, in de betekenis van ‘deel van een set in tennispartij’ aangetroffen vanaf 1903 [1] [2]
de game m
- (tennis) onderdeel van een wedstrijd
- Diegene die de meeste games wint, is doorgaans de winnaar van de wedstrijd.
- ▸ Hoewel de Nederlandse tennisfans zwaar in de minderheid zijn, laten ze zich niet intimideren. „Holland, Holland”, roepen ze in koor. Telkens wanneer Van de Zandschulp een game binnensleept, zijn ze te horen. „Botic, Botic”, klinkt het.[3]
- spel dat op een beeldscherm wordt gespeeld
- Hij zat het hele weekend op zijn spelcomputer zijn nieuwe game te spelen.
- ▸ Maar Tetris was er nooit op gebouwd om voorbij level 29 te gaan. Hoe verder je komt, hoe meer de game uit elkaar begint te vallen.[4]
1. onderdeel van een wedstrijd
2. spel dat op een beeldscherm wordt gespeeld
game
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gamen
- gebiedende wijs van gamen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gamen
- aanvoegende wijs van gamen
98 % |
van de Nederlanders;
|
93 % |
van de Vlamingen.[5]
|
game
- game
- match
- potje
- spel, spelletje
game
- wild
100 % |
van de Amerikanen;
|
98 % |
van de Britten.[1]
|