Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tandarts. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tandarts, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tandarts in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tandarts is hier. De definitie van het woord
tandarts zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tandarts, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de tandarts m
- (beroep) (medisch) een medisch specialist met universitair diploma op het gebied van de tandheelkunde
- Mijn echtgenoot is tandarts en heeft een eigen praktijk.
- ‘Het is vervelend, maar ik ben goddank helemaal niet bang voor de tandarts. Ik ben dolgelukkig met die lui. Man! Die pijn wíl ik verdragen. Stel dat er géén tandartsen zouden zijn, dát zou pas erg zijn.’
- tandartsangst, tandartsassistent, tandartsassistente, tandartsbehandeling, tandartsbezoek, tandartsboor, tandartsinstrument, tandartskliniek, tandartspraktijk, tandartsstoel, tandartsvrees
1. een medisch specialist op het gebied van de tandheelkunde
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|
tandarts
- (beroep)(medisch) tandarts
tandarts
- (beroep)(medisch) tandarts