tandeloos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tandeloos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tandeloos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tandeloos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tandeloos is hier. De definitie van het woord tandeloos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantandeloos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tan·de·loos
  • afgeleid van tand met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tandeloos tandelozer tandeloost
verbogen tandeloze tandelozere tandelooste
partitief tandeloos tandelozers -

tandeloos

  1. zonder tanden
    • De luiaard is een tandloos zoogdier. 
  2. (figuurlijk) machteloos
    • Die organisatie is niets meer dan een tandeloze praatclub. 
87 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be