tandem

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tandem. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tandem, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tandem in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tandem is hier. De definitie van het woord tandem zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantandem, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Tandem met fietszitje
Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·dem
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tweepersoonsfiets’ voor het eerst aangetroffen in 1889
enkelvoud meervoud
naamwoord tandem tandems
verkleinwoord tandempje tandempjes

Zelfstandig naamwoord

de tandemm

  1. fiets waarbij twee personen de aandrijfkracht kunnen leveren
  2. bespanning met twee paarden achter elkaar
  3. twee nauw samenwerkende personen, een duo
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

Bijwoord

tandem

  1. eindelijk
  2. tenslotte