Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tema. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tema, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tema in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tema is hier. De definitie van het woord
tema zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tema, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van het Latijnse thema
tema
- thema
tema
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temar
tema
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temer
tema
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temerse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temerse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van temerse
tema o
- thema; een onderwerp dat behandeld wordt
- (muziek) thema; een grondgedachte van een muziekstuk
- (taalkunde) thema; het deel waar de rest van de zin over gaat
- námět monbezield, předmět monbezield
- motiv monbezield
- –
- jádro o
- –
- réma o
- –
- –
- větný člen monbezield
tema
- thema, onderwerp