tenderen

• Geluid:   tendéren    (hulp, bestand)
  • IPA: / tɛnˈderə(n) / (3 lettergrepen)
• Geluid:   ténderen    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈtɛndərə(n) / (3 lettergrepen)

• ten·de·ren

• via Frans  tendre ww  of rechtstreeks van het Latijnse grondwoord tendere (met het achtervoegsel -eren). In de betekenis van ‘een bepaalde strekking hebben’ voor het eerst aangetroffen in 1566. ^[1][2][3]
• van Engels  tender ww  "inschrijven"; de verdere herkomst daarvan is dezelfde als bij .

tendéren

1. inergatief geleidelijk een neiging vertonen

   ▸ Amerikanen hebben de neiging hun falen op zichzelf te betrekken en tenderen, al tobbend, zo eerder naar neerslachtigheid.^[4]

   ▸ 'Hoewel er internationaal steeds meer getendeerd wordt naar 4-4-2, ben ik nog steeds voorstander van een systeem met drie spitsen, met echte buitenspelers', vertelde Koeman in de zomer van 2000 in Voetbal International.^[5]

• tendentie, tendering

ténderen

1. inergatief inschrijven op een openbare aanbesteding

   ▸ De cijfers en letters staan voor de openbare aanbestedingen waarop de projectontwikkelaar van Singapore, de Jurong Town Corporation (JTC) bedrijven uitnodigt te tenderen.^[6]

2. overgankelijk openstellen voor openbare inschrijving

   ▸ Ik weet niet of het bij ons zo één, twee, drie toepasbaar is. Maar het idee dat je overheidsdiensten tendert spreekt mij aan.^[7]

• tender
• tendering

• Het woord tenderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tenderen" herkend door: