terugkeer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord terugkeer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord terugkeer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je terugkeer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord terugkeer is hier. De definitie van het woord terugkeer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanterugkeer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • te·rug·keer
enkelvoud meervoud
naamwoord terugkeer -
verkleinwoord - -

de terugkeerm

  1. het terugkeren naar een plaats of toestand waar men in het verleden al eens is geweest
     Hoewel deze terugkeer naar de kou en de duisternis een nuttige halte in zijn leven was geworden, stond zijn trein in het station voor onderhoud en om na te denken.[2]
vervoeging van
terugkeren

terugkeer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkeren
    • ... dat ik terugkeer. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be