thuiswerken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord thuiswerken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord thuiswerken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je thuiswerken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord thuiswerken is hier. De definitie van het woord thuiswerken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanthuiswerken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • thuis·wer·ken

thuiswerken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
thuiswerken
werkte thuis
thuisgewerkt
zwak -t volledig
  1. arbeid verrichten in de eigen woning en dus niet op kantoor of in een fabriek
    • De bedrijfswagen moet niet afgeschaft, maar ingebed in een mobiliteitsbudget dat werknemers flexibel kunnen besteden. Thuiswerken en flexibele uurroosters zijn onderdeel van een modern HR-beleid - ‘beheerst en gecontroleerd’. De wagen uitbannen is onmogelijk, zegt Timmermans. Al was het maar omdat velen werken op bedrijventerreinen die buiten de stad liggen, moeilijk ontsloten door het openbaar vervoer.[1] 
    • Banken hebben relatief behoorlijke salarissen bij prettige voorwaarden, zoals een 36-urige werkweek en kunnen thuiswerken. Kom daar maar om in een gemiddeld mkb-bedrijf. U komt uit zo’n hardwerkend mkb-milieu. Is het moeilijk een 36-uursmentaliteit, pamperen van werknemers en vakbondsgezeur te accepteren?[2] 
  1. de Standaard 18 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia Peter Olsthoorn 19-NOVEMBER-2017