tijdsvak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tijdsvak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tijdsvak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tijdsvak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tijdsvak is hier. De definitie van het woord tijdsvak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantijdsvak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tijds·vak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdsvak tijdsvakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tijdsvako

  1. een bepaalde periode met een duidelijke begin- en einddatum
    • Een van de mogelijkheden is dat de leerlingen een aantal onderdelen in het derde tijdsvak inhalen. Ook wordt gekeken of ze later nog staatsexamen kunnen doen, of dat ze alvast aan de vervolgstudie kunnen kunnen beginnen en later tekortkomingen kunnen inhalen.  
    • Ik vind dat iedereen recht op vakantie, maar als deze neerwaartse trend doorzet, is dat steeds meer alleen weggelegd voor de mensen met het meeste geld. Vijf snipperdagen, meer niet, alleen op te nemen in tijdsvakken die de school bepaalt (dus niet tijdens toetsweken of andere belangrijke periodes).  
  2. deel van de geschiedenis
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Verwijzingen