tinnegieter

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tinnegieter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tinnegieter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tinnegieter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tinnegieter is hier. De definitie van het woord tinnegieter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantinnegieter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Kamperbinnenpoort op Wikipedia (nl): tinnegieter Van der Wal toont (met uitleg via voice-over) hoe het tin wordt gemengd en wordt gegoten.
  • tin·ne·gie·ter
  • van Middelnederlands tinnegieter, aangetroffen vanaf 1397; op te vatten als samenstellende afleiding van  tin zn  en  giet ww  met het invoegsel -e- en met het achtervoegsel -er [1] [2]
  • een verwijzing naar het toneelstuk De staatkundige Tingieter, een vertaling in 1766 van het blijspel Den Politiske Kandestøber uit 1722, geschreven door 18e eeuwse Deense toneelschrijver L. Holberg op Wikipedia (nl), over een ambachtsman die in de politiek gaat beunhazen; aanvankelijk werd vaak gesproken van "politieke tinnegieter"; vergelijk in het Duits Kannegießer "politieke beunhaas" naast Kannengießer "ambachtsman"
enkelvoud meervoud
naamwoord tinnegieter tinnegieters
verkleinwoord - -

de tinnegieterm

  1. (beroep) iemand die voorwerpen maakt door het metaal tin te smelten en in vormen te laten stollen en daarna af te werken
     De zelfstandige ondernemer uit Belgrado – oorspronkelijk werkzaam als tinnegieter – adverteert met zijn nummerborden in lokale kranten.[3]
  2. (figuurlijk) (politiek) (pejoratief) iemand die zich met veel gedrevenheid maar weinig kennis en ervaring op een bepaald vakgebied actief is
     Hij fulmineerde over „alle intellectuelen, half- en namaakintellectuelen, geleerden, pseudo-geleerden, journalisten, columnisten, politici, volksmenners, partij-ideologen en wijsgerige tinnegieters” die van mening waren dat de nationale identiteit versterkt kon worden door meer aandacht te besteden aan de vaderlandse geschiedenis.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. tinnegieter op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2020 Weblink bron “Serviër met Kroatisch kenteken” (22 augustus 2006) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2020 Weblink bron
    Bart Funnekotter
    “Scherpe historicus met afkeer van volksmennerij” (8 november 2014) op nrc.nl op Wikipedia