trippelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord trippelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord trippelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je trippelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord trippelen is hier. De definitie van het woord trippelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantrippelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

trip·pe·len

  • In de betekenis van ‘met vlugge pasjes gaan’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
  • frequentatief gevormd uit trippen met het achtervoegsel -el
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
trippelen
trippelde
getrippeld
zwak -d volledig

trippelen

  1. met veel, zeer kleine pasjes bewegen
    • Met de pop in den arm komt zij in hare vuurroode schoentjes naar ons toe getrippeld. [2]
92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]