tuinbroek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tuinbroek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tuinbroek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tuinbroek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tuinbroek is hier. De definitie van het woord tuinbroek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantuinbroek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een tuinbroek.
  • tuin·broek
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinbroek tuinbroeken
verkleinwoord tuinbroekje tuinbroekjes

de tuinbroekv / m

  1. (kleding) een mouwloze overal met gespen
    • Een tuinbroek werd in de jaren 1970 veel gedragen door geëmancipeerde vrouwen. 
     Tijdens het liften naar het boerendorp Trout Lake, verscholen in de bergen van Washington, werd ik opgepikt door een vriendelijke, oude man in een versleten tuinbroek, houthakkersoverhemd en een pistool aan zijn riem.[1]
100 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be