Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tweetal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tweetal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tweetal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tweetal is hier. De definitie van het woord
tweetal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tweetal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het tweetal o
- welgeteld twee
- Er is een tweetal redenen om dit niet te doen.
- een groep van twee
- Het vrolijke tweetal liep lachend weg.
- ▸ Het vertrek van een reeks hooggeplaatste functionarissen werd op 5 juli ingeluid door minister van Financiën Rishi Sunak en gezondheidsminister Sajid Javid. Het tweetal uitte bij hun vertrek felle kritiek op Johnson. Ze schreven in een verklaring dat de overheid geen "goed, competent en serieus werk" verricht.[1]
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[2]
|