Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uitrusten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uitrusten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uitrusten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uitrusten is hier. De definitie van het woord
uitrusten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uitrusten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
uitrusten
- overgankelijk (militair), (scheepvaart) één of meer personen, vaar- of voertuigen e.d. voorzien van de benodigdheden voor een taak, expeditie of reis
- De vloot werd uitgerust met een nieuw radarsysteem.
- ▸ Het viel hem op dat er veel politie was maar dat ze niet waren uitgerust met witte oproerhelmen en schilden.[2]
uitrusten
- inergatiefzich ontspannen na vermoeiende of langdurige bezigheden
- We zijn bijna bij het bivak waar we kunnen uitrusten.
- ▸ Na drie weken alleen te hebben gelopen, kwam ik op een dag bij een beekje vier jongens tegen die languit in het stof lagen uit te rusten.[3]
1. uitrusten van vermoeienissen
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ↑ "uitrusten" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be