uitstap

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitstap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitstap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitstap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitstap is hier. De definitie van het woord uitstap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitstap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·stap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitstap uitstappen
verkleinwoord uitstapje uitstapjes

Zelfstandig naamwoord

de uitstapm

  1. (meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis
    • Ik maak een uitstapje naar zee vandaag. 
     Ze waren gekleed voor een uitstapje in tot de knieën reikende skibroeken, geitenwollen sokken, goed ingevette skischoenen en prachtige Noorse truien met een nawinternachtpatroon op de schouders.
  2. het verlaten van een verband of een voertuig
    • De in opspraak gebrachte politicus maakt een uitstap. 
Antoniemen

Werkwoord

vervoeging van
uitstappen

uitstap

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen
    • ... dat ik uitstap. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be