Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uitstrijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uitstrijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uitstrijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uitstrijk is hier. De definitie van het woord
uitstrijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uitstrijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de uitstrijk m
- (biologie) celmateriaal dat op een objectglaasje wordt uitgesmeerd voor microscopisch onderzoek
- ▸ Momenteel kun je bij de IJsselhallen in Zwolle al terecht voor een 'normale' coronatest: met een wattenstaafje wordt een uitstrijk genomen uit de neus en keel.[1]
uitstrijk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrijken
- ▸ Ik luister naar het geluid, dat mijn mes maakt, wanneer ik de honing uitstrijk.[2]