uittreden

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uittreden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uittreden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uittreden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uittreden is hier. De definitie van het woord uittreden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuittreden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
uittreden uittredend
uittreding uitgetreden
  • uit·tre·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uittreden
trad uit
uitgetreden
klasse 5 volledig

uittreden

  1. ergatief een -met name religieuze- gemeenschap voorgoed verlaten
    • Hij is enige tijd geleden uit dat klooster uitgetreden. 
  2. ergatief niet langer deelnemen aan een vennootschap
    • Nee, mijn andere vennoot trad al enige tijd geleden uit. 
  3. ergatief zich terugtrekken uit de arbeidsmarkt
    • Hij is vervroegd uitgetreden en geniet van zijn pensioen. 
  4. ergatief met de geest het lichaam tijdelijk verlaten
    • Je denkt wel dat dat een droom was, maar was je niet uitgetreden? 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be