venaal

• Geluid:  venaal    (hulp, bestand)
• IPA: / veˈnal / (2 lettergrepen)

• ve·naal

• via Frans vénal van Latijn venalis ^{[1] [2]}
• afgeleid van vena met het achtervoegsel -aal

venaal

1. (pejoratief) bereid om zich voor geld niet aan regels te houden

   ▸ Volgens hem moet die kliek er onmiddellijk uit, daar zij onbekwaam en, met uitzondering van Van Mook zelf, corrupt is, inzonderheid Van Hoogstraten, die venaal is, en Van der Plas, dien hij voor een landverrader aanziet.^[3]

2. (verouderd) voor geld verkrijgbaar, verkoop-

   ▸ De venale waarde of verkoopwaarde is de te verwachten verkoopprijs van een onroerend goed onder normale marktomstandigheden.^[4]

• veil
• corrupt
• omkoopbaar
• te koop

venaal

1. (medisch) (verouderd) van of met betrekking tot aders

   ▸ Ik liet de maître d'hôtel, monsieur Mathieu, waarschuwen, zeide hem dat Afrika mij wel geen enkele inheemse ziekte had aan te bieden waartegen ik in het befaamd Tropisch Instituut te Antwerpen niet overvloedig onderhuids en venaal was ingespoten, maar dat ik desondanks bezoeken van gevleugelde overbrengers der kwalen die mij niets konden doen, in de mate van het mogelijke wilde contingenteren en te dien einde gemakkelijk en goed sluitende vensters wenselijk achtte.^[5]

• aderlijk
• veneus

• arterieel, slagaderlijk

• Het woord venaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.