Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
veil. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
veil, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
veil in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
veil is hier. De definitie van het woord
veil zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
veil, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘te koop’ voor het eerst aangetroffen in 1417 [1] [2] [3]
het veil o
- (plantkunde) Hedera helix klimop
- Een vloer van donzig mos; de doorgang wild gesierd
Met geitenblad; het veil, dat aan de wanden zwiert, [4]
veil
- (verouderd) te koop, beschikbaar tegen geld
- «Zij was een veile deern.»
- Ze was een hoer.
- boosaardig, gemeen (eigenlijk: vijl)
Iets te koop hebben.
veil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veilen
- gebiedende wijs van veilen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veilen
65 % |
van de Nederlanders;
|
81 % |
van de Vlamingen.[5]
|
veil
- sluier
- (figuurlijk) dekmantel, voorwendsel
- heesheid
- (anatomie) zacht verhemelte, velum
- (biologie) velum (v. paddenstoelen)
- (dierkunde) velum (v. weekdieren)
veil
- overgankelijk versluieren
- overgankelijk, (figuurlijk) uit het zicht houden, verhullen