klimop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klimop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klimop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klimop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klimop is hier. De definitie van het woord klimop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklimop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • klim·op
enkelvoud meervoud
naamwoord klimop klimoppen
klimops
verkleinwoord klimopje klimopjes

klimop m / o of o

  1. (plantkunde) Hedera helix op Wikispecies, een groenblijvende houtige plant die groeit op vochtige, voedselrijke grond langs muren en tegen bomen waaraan de plant zich met korte luchtwortels vastklampt
     De zuilengalerij was begroeid met klimop. Een van de grote aardewerken vazen waaruit bougainville golfde, was gebarsten. Onkruid groeide tussen het grind. Vredig, maar dat was het woord niet. Berustend. Men zou het verstrijken van de tijd en het verlies van alle dingen inderdaad net zo goed kunnen aanvaarden.[2]
     Ik zag de ratten niet die in het donker rondrenden, noch hoorde ik het geknars van termieten die zich te goed deden aan dakspanten en schoren. Ik voelde de klimop niet die aan de stenen trok en de torens in zand veranderde.[3]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]
  •  klimop in het Nederlands Soortenregister N
  •  klimop op Wikidata op Wikidata
  •  klimop op "Wilde planten in Nederland en België"
  1. klimop op website: Etymologiebank.nl
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 13
  3. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026346477
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be