verblijf

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord verblijf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord verblijf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je verblijf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord verblijf is hier. De definitie van het woord verblijf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanverblijf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ver·blijf
enkelvoud meervoud
naamwoord verblijf verblijven
verkleinwoord verblijfje verblijfjes

het verblijfo

  1. het verblijven
    • Ik zou graag mijn verblijf willen verlengen. 
     Mocht u iets nodig hebben, volstaat het aan het schelkoord te trekken dat naast de deur hangt. Ik wens u een aangenaam verblijf toe in Grand Hotel Europa.'[2]
     Er waren maar drie regels in haar Hippie Daycare: iedereen moest een Hawaii shirt aan tijdens het verblijf in haar tuin, je kon tegen een kleine donatie ’s avonds Mexicaans mee-eten en om tien uur moest je stil zijn voor de buren.[3]
  2. een onderkomen
    • Dit is mijn verblijf voor de komende paar maanden. 
vervoeging van
verblijven

verblijf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verblijven
    • Ik verblijf. 
  2. gebiedende wijs van verblijven
    • Verblijf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verblijven
    • Verblijf je? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. verblijf op website: Etymologiebank.nl
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be