verzekerde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord verzekerde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord verzekerde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je verzekerde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord verzekerde is hier. De definitie van het woord verzekerde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanverzekerde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ver·ze·ker·de
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekerde verzekerden
verkleinwoord

de verzekerdev / m

  1. iemand wiens belang of lijf is verzekerd
    • Bij het eigen risico betaalt de verzekerde de eerste kosten uit eigen zak. 

verzekerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verzekerd
vervoeging van
verzekeren

verzekerde

  1. enkelvoud verleden tijd van verzekeren
    • Ik verzekerde. 
    • Jij verzekerde. 
    • Hij, zij, het verzekerde. 
     Waren ze gaan twijfelen? Nee, helemaal niet. Echt niet, verzekerde Karl hem opgelaten. Als hij en Louise het alleen konden beslissen, zouden ze allang getrouwd zijn. Maar dat was helaas niet zo.[1]
     Áls je zo midden in de nacht naar beneden springt met een parachute, ja ik weet er niets van, maar ik neem aan dat het midden in de nacht moet zijn, dan ben je toch enorm bang?' Hij verzekerde haar dat hij niet bang zou zijn.[2]
  2. verbogen vorm van verzekerd, voltooid deelwoord van verzekeren
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628265