vouloir
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vouloir. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vouloir, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vouloir in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vouloir is hier. De definitie van het woord vouloir zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvouloir, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| vouloir /vulwaʁ/ |
voulais /vulɛ/ |
voulu /vuly/ |
| derde groep | volledig | |
vouloir
- modaal werkwoord willen
- «C'est inutile de vouloir ça, tu ne l'auras jamais.»
- Het is nutteloos dat te willen, jij zal het nooit hebben.
- «Elle veut que je lui dise le prix.»
- Zij wil dat ik aan hem de prijs zeg.
- «C'est inutile de vouloir ça, tu ne l'auras jamais.»
- overgankelijk eisen
- toestaan (gewoonlijk in de aanvoegende wijs)
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| vouloir | le vouloir | vouloirs | les vouloirs |
vouloir m
- ↑ vouloir (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994)
op de website cnrtl.fr .
- vouloir in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .