Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
weet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
weet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
weet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
weet is hier. De definitie van het woord
weet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
weet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de weet v / m
- daad van het weten, wetenschap, kennis
- Ik dat wel aan de weet komen.
- Hij weet zijn weetje wel.
- arch.: een mededeling, aankondiging
- Hij is met eene openbare weet aan de stadpoorten ingedaagd. (1811) [1].
weet
- enkelvoud tegenwoordige tijd van weten
- gebiedende wijs van weten
- ▸ ’Wie weet er een mop?’ riep een aarzelende stem. Een voor een begonnen we grappen en verhalen met elkaar te delen om de moed erin te houden.[2]
weet
- enkelvoud verleden tijd van wijten
- Ik weet.
- Jij weet.
- Hij, zij, het weet.
- Producent Endemol weet het gebrek aan tv-kijkers aan de online streams die wél goed werden bekeken.[3]
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|
weet g
- (graan) tarwe
weet
- (zeldzaam en in ongebruik) nominatief tweevoud van ich