Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
winterseizoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
winterseizoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
winterseizoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
winterseizoen is hier. De definitie van het woord
winterseizoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
winterseizoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het winterseizoen o
- e periode van het jaar dat het heel koud is
- ▸ Door de diepe sneeuw werd het bos in het winterseizoen onbegaanbaar voor de tegenstander, die met te weinig ski's was uitgerust.[2]
- ▸ Hoteleigenaren en verhuurders in Oostenrijk staan ook niet te juichen bij de 'Schnitzel-Lockdown', zoals sommige Duitstalige media het nieuwe pakket maatregelen noemen. Maar voor Tom en Trudy Hinterer-Hoedjes, die appartementen verhuren in Bad Goisern, is dat altijd nog beter dan de totale lockdown van vorig winterseizoen. "Toen hebben we negen maanden zonder inkomsten gezeten. Weer zo'n lockdown, dat willen we echt niet. Dan hebben we een groot probleem."[3]