zei

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zei. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zei, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zei in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zei is hier. De definitie van het woord zei zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzei, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zei
vervoeging van
zeggen

zei

  1. enkelvoud verleden tijd van zeggen
    • Ik zei. 
    • Jij zei. 
    • Hij, zij, het zei. 
     ‘How can I help you sir? Today’s special is the Caesar salad,’ zei een vrolijke jonge vrouw die niet helemaal in haar uniform paste.[1]
  • zei af
  • zei op

Ontstaan doordat eerst de Westnederlandse klankovergang *-agi- > -egi-, -ei- optrad, waarna in de vorm zeide de intervocalische -d- wegviel en daarmee de hele uitgang -de.[2]

94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. ZEGGEN (SPREKEN), etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be