zelfs

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zelfs. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zelfs, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zelfs in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zelfs is hier. De definitie van het woord zelfs zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzelfs, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelfs
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: tegen de verwachting in’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285
  • Afgeleid van zelf.

Bijwoord

zelfs

  1. kondigt een uitspraak aan die een bewering onderstreept
    • Hij heeft zelfs een grote bijdrage daartoe geleverd. 
     In de Grieks-en in de Rooms-Katholieke kerk werd hij vereerd. Reeds in de negende eeuw breidde zijn roem zich uit van Klein-Azië naar Italië en omstreeks het jaar duizend zelfs over de Alpen.
     Zelfs zij waren zich rot geschrokken van de klap, en beseften dat het nu menens was.
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. "zelfs" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 10
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be