zessen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zessen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zessen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zessen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zessen is hier. De definitie van het woord zessen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzessen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zes·sen
  •  zes zn  met de uitgang -en

de zessenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zes
    • Hij had twee zessen, drie achten en een negen op zijn rapport. 
     Er was ons gezegd dat we met zijn zessen naast elkaar moesten lopen. Net als bijna alles in het leven had dat een politieke reden.[1]

zessen

  1. datief vrouwelijk  van zes; 06:00 of 18:00 uur (bij tijdsaanduidingen)
    • Het was even voor zessen. 
  • van zessen klaar zijn
snel en goed op verschillende omstandigheden kunnen reageren
  • Zijn waren met zijn zessen.
Zij waren zes in getal.
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be