zevenhonderdzevenentachtig

Nederlands

0	7	8	7

zevenhonderdzevenentachtig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  zevenhonderdzevenentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtˈsevənənˌtɑxtəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdnegenentachtig': /ˌzøvənˌhɔndərtˈsøvənənˌtɑxtəx/

Woordafbreking

• ze·ven·hon·derd·ze·ven·en·tach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zevenhonderd ht  en  zevenentachtig ht 

Hoofdtelwoord

zevenhonderdzevenentachtig

1. "787", het getal tussen zevenhonderdzesentachtig en zevenhonderdachtentachtig, zevenhonderd plus zevenentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen zevenhonderdzevenentachtig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdzevenentachtig van het grootste hotel. 

Schrijfwijzen

• 787 (decimaal)
• 1100010011 (binair)
• 313 (hexadecimaal)
• DCCLXXXVII (Romeins)

Synoniemen

• zevenhonderdenzevenentachtig

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• zevenhonderdzevenentachtigste

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdzevenentachtig" ht als linkerdeel

• zevenhonderdzevenentachtigduizend

Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de zevenhonderdzevenentachtig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 787 is aangeduid

   • Als jij zevenhonderdzevenentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zevenhonderdzevenentachtig mv

1. groep van 787 eenheden

   • Die zevenhonderdzevenentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'zevenhonderdzevenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.