ziekelijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ziekelijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ziekelijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ziekelijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ziekelijk is hier. De definitie van het woord ziekelijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanziekelijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zie·ke·lijk
  • Afgeleid van ziek met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ziekelijk ziekelijker ziekelijkst
verbogen ziekelijke ziekelijkere ziekelijkste
partitief ziekelijks ziekelijkers -

ziekelijk

  1. geneigd om vaak ziek te zijn
    • Hij was altijd al een ziekelijk kind geweest. 
  2. geestelijk ongezond
    • Hij had een ziekelijke neiging om mensen te begluren. 

ziekelijk

  1. op geestelijk ongezonde wijze
    • Hij was ziekelijk jaloers. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be