zodenbemester

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zodenbemester. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zodenbemester, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zodenbemester in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zodenbemester is hier. De definitie van het woord zodenbemester zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzodenbemester, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een zodenbemester.
  • zo·den·be·mes·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord zodenbemester zodenbemesters
verkleinwoord - -

de zodenbemesterm

  1. (landbouw) werktuig dat smalle sleuven in de grond maakt, daar drijfmest in spuit en ze daarna weer dichtdrukt, zodat de mest vooral bij de plantenwortels terechtkomt en niet in de omgeving belandt
     Door middel van een ‘mestinjecteur’ wordt de mest rechtstreeks in de gespoten en de ‘zodenbemester’ snijdt netjes plakjes grond los om daar mest onder te spuiten.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 17 mei 2024 Weblink bron
    I.M. de Klerk
    Vreemde vogels en slimme apen in: Provinciale Zeeuwse Courant op Wikipedia, jrg. 234 nr. 25 (30 januari 1991), p. 9 kol. 8