Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zoöloog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zoöloog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zoöloog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zoöloog is hier. De definitie van het woord
zoöloog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zoöloog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- met het voorvoegsel zoö- met het achtervoegsel -loog
de zoöloog m
- (dierkunde) (beroep) een wetenschapper die zich bezig houdt met de studie van dieren
- Zoölogen maken zich grote zorgen omdat er veel diersoorten bedreigd worden met uitsterven.
- anatoom, ecoloog, embryoloog, etholoog, dierfysioloog, histoloog, morfoloog, neurobioloog, populatiebioloog, paleozoöloog
- arachnoloog, entomoloog, herpetoloog, ichtyoloog, malacoloog, mammaloog, ornitholoog
1. een wetenschapper die zich bezig houdt met de studie van dieren.
91 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.[1]
|