zwans

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwans. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwans, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwans in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwans is hier. De definitie van het woord zwans zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwans, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwans
enkelvoud meervoud
naamwoord zwans zwansen
zwanzen
verkleinwoord

de zwansv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) staart
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) mannelijk lid, penis
  3. (Jiddisch-Hebreeuws) flauwekul, gekheid, dwaasheid, nar, prutser
vervoeging van
zwanzen

zwans

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwanzen
    • Ik zwans. 
  2. gebiedende wijs van zwanzen
    • Zwans! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwanzen
    • Zwans je? 
60 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]