zwanzen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwanzen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwanzen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwanzen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwanzen is hier. De definitie van het woord zwanzen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwanzen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwan·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zwanzen
zwansde
gezwansd
zwak -d volledig

zwanzen

  1. inergatief leuteren, grappen maken, lollig zijn
    • ...; met de makkers maakte hij leute en lawaai, zwetste en zwansde hij, zong en zoop; ... [2] 

de zwanzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwans
42 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. blz 31 Van eenen Dweeper
    Ernest Windels
    Flandria's Novellen nr. 49, nov 1904
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be