voorgeven

Hello, you have come here looking for the meaning of the word voorgeven. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word voorgeven, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say voorgeven in singular and plural. Everything you need to know about the word voorgeven you have here. The definition of the word voorgeven will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofvoorgeven, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From voor (before, in front) +‎ geven (to give).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈvoːrˌɣeː.və(n)/
  • Audio:(file)

Verb

voorgeven

  1. to feign, to pretend
    Synonyms: veinzen, voorwenden

Conjugation

Conjugation of voorgeven (strong class 5, separable)
infinitive voorgeven
past singular gaf voor
past participle voorgegeven
infinitive voorgeven
gerund voorgeven n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular geef voor gaf voor voorgeef voorgaf
2nd person sing. (jij) geeft voor, geef voor2 gaf voor voorgeeft voorgaf
2nd person sing. (u) geeft voor gaf voor voorgeeft voorgaf
2nd person sing. (gij) geeft voor gaaft voor voorgeeft voorgaaft
3rd person singular geeft voor gaf voor voorgeeft voorgaf
plural geven voor gaven voor voorgeven voorgaven
subjunctive sing.1 geve voor gave voor voorgeve voorgave
subjunctive plur.1 geven voor gaven voor voorgeven voorgaven
imperative sing. geef voor
imperative plur.1 geeft voor
participles voorgevend voorgegeven
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

  • Afrikaans: voorgee