Aswoensdag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Aswoensdag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Aswoensdag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Aswoensdag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Aswoensdag is hier. De definitie van het woord Aswoensdag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanAswoensdag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
askruisje op aswoensdag
  • As·woens·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord Aswoensdag (Aswoensdagen)
verkleinwoord

de Aswoensdagm

  1. (religie) (christendom) eerste dag van de veertig dagen durende vastentijd, en daarmee de eerste dag na carnaval
     Deze katholieke familie heeft net deelgenomen aan de dienst op Aswoensdag. In de kathedraal van Managua, Nicaragua, ontvingen ze een askruisje, ten teken dat de veertig dagen durende vastenperiode tot aan Pasen is aangebroken.[3]
     De gemeenteraadsverkiezingen van 2014, aanvankelijk gepland op woensdag 5 maart, gaan plaatshebben op woensdag 19 maart, zo bleek woensdag. Aswoensdag valt op 5 maart en dan moeten nogal wat mensen bijkomen van het carnaval.[4]
91 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Aswoensdag op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2020 Weblink bron
    Anne van der Schoot
    “Dit zijn de indrukwekkendste foto’s van deze week” (29 februari 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2020 Weblink bron “Plasterk onderzoekt elektronisch stemmen” (6 maart 2013) op parool.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be